De fietsroute Amsterdam-Noord moest ik ook maar eens beleven. Via het schilderrijke plaatsje Durgerdam peddelde ik een aantal kilometers langs het IJmeer. Vol vertrouwen volgde ik de bebording van de fietspuntknopenroute, richting Holysloot. Met een pontje moest ik over.
Vooruit maar.
Het was een heel klein pontje, ik schat zo’n 3 bij 6 meter. Voor 1 euro werd ik overgezet, samen met mijn fiets. Aan de overkant geen spoor van een pad te bekennen. ‘Nee’, zei de bootsman, ‘dat begint weer enkele meters verder.’
Hij meerde aan en samen met een wandelend echtpaar zette ik voet op de drassige bodem waar tientallen koeien stopten met grazen en nieuwsgierig onze kant op sjokten.
De meeste koeien waren toch wel erg groot, vond ik. Maar de angst van de bontgevlekte dames won het van hun nieuwsgierigheid, schrikkerig sprongen ze achteruit toen wij niet in onze achteruit gingen.
De grond werd steeds drassiger. Ik zocht een stevige groene pol uit voor een volgende stap, in de verwachting mijn voeten droog te houden. Wat een vergissing! Diep zakte ik weg. En te bedenken dat ik geen kaplaarzen maar leuke pumps aan had. Met een zuigend geluid trok ik mijn voet uit de zompigheid. Snel deed ik mijn schoenen uit, net twee volgelopen bootjes.
Samen met het echtpaar sopte ik verder, gevolgd door de koeien waarvan een enkele een zacht ‘mweuh’ liet horen. We naderden een bruggetje, een enorm koebeest ervoor, een dikbil die met de kop omlaag enkele soortgenoten wegdreef. Daar moesten we langs!
Beleefd als ik zijn kan, liet ik het echtpaar voorgaan: heldhaftig dekte ik hen in de rug!
Het slechtgehumeurde rund wachtte geen moment.
Het blies de aftocht.
Ongehinderd konden we het bruggetje nemen. Ware het niet dat ook mijn fiets mee moest. Die moest zeker een halve meter worden opgetild en in een gleuf geplaatst.
Zwak als het soort van mijn geslacht geacht wordt te zijn, vroeg ik de man van het echtpaar of hij me wilde helpen. En dat deed hij. Circa zeven bruggetjes achtereen. Toen diende zich het asfalt weer aan.
Barrevoets sprong ik mijn fiets weer op. Dat viel niet echt op. Het leek net of ik laarsjes aan had. Laarsjes van modder.