Ja, hoe grillig kan het leven zijn.
Een Australische familie verloor bij het verongelukken van het Malaysia Airlines-toestel met vluchtnummer MH17 twee familieleden, terwijl twee andere familieleden aan boord waren van de tot op heden nooit teruggevonden Boeing van Malaysia Airlines met vluchtnummer MH370.
Het doet me denken aan Hilda Yolanda Mayor die op Nine Eleven de aanslag op het World Trade Center overleefde en twee maanden later omkwam bij de crash van een Airbus van American Airlines met vluchtnummer AA587.
Het herinnert me ook aan mijn vader die vliegtuigen vliegende doodskisten noemde, er never nooit mee wilde reizen, het stuur het liefst in eigen handen hield en uiteindelijk zelf het auto-ongeluk veroorzaakte waarbij zowel hij als zijn vrouw, mijn moeder, om het leven kwamen.
Een kwestie van noodlot? Domme pech? Toeval?
In New Age-kringen hoor je soms zeggen: het valt je toe. Een groot verlies als catharsis. Als dat je wat te zweverig klinkt wil ik deze softietaal wel even omzetten in zakentaal: crisis als kans.
Enkele maanden na het overlijden van mijn man en in de nasleep van het verongelukken van een DC-10 van Martinair met vluchtnummer MP495 (ik zet het vluchtnummer er maar even bij voor je aan de hand van het voorgaande gaat denken dat je vluchtnummers waarin een 7 voorkomt maar beter kunt mijden), schreef ik:
‘Het is als een vliegtuig: dat wil ook niet dat z’n passagiers verongelukken. Maar soms ligt de bestemming verder dan het vliegtuig reiken kan. En als ik daar niet in kan berusten, dan nóg zal ik weten, God, dat je met al je raadselen in het leven, de mens uiteindelijk toch toegang tot de hele kosmos biedt.’
Nu de verbijstering, het verdriet en de woede om het neerhalen van vlucht MH17 nog zo hoog zitten, komen deze woorden me haast net zo hol over als de betutteling om in kansen te denken. Een volgende stap te zetten. Je verlies een plekje te geven. En vooral weer snel aan het werk te gaan.
Eén dag gaan de vlaggen halfstok, maar de dag van vandaag blijft niet dralen bij gisteren.
In die tijd waarin ik zelf één grote wond was, schreef ik ook:
‘Er gaat geen dag voorbij zonder dat ik huil. Toch is diep in mij het weten dat er ooit een dag zal komen dat ik niet meer huil. Op die dag zal ik nog huilen omdat ik niet gehuild heb. Pas na die dag kunnen mijn tranen geleidelijk aan gaan drogen.’
Ik wilde dat mensen mij mijn verdriet gunden nu ik het had. Een aantal mensen vond algauw dat ik mijn verdriet koesterde.
Maar natuurlijk koesterde ik mijn verdriet! Een groot verdriet kan alleen maar gekoesterd worden.
Mensen willen al snel dat je de draad van je leven weer oppakt. Maar die draad is geknakt. Je moet opnieuw een draad zien te vinden. Geen kwestie van zingeving maar van zinvinding.
‘Waarom moet mij dit overkomen?’ Die vraag heb ik mensen zo dikwijls horen stellen toen ik nog in de gezondheidszorg werkte.
‘Waarom jou niet?’, vroeg ik dan. Rampspoed kan iedereen overkomen. Zo grillig is het noodlot.
Het is maar goed dat we daar niet continu aan denken, want dan hebben we geen leven meer. Maar dat het leven grillig is, raakt als het erop aankomt meer aan de realiteit dan dat het leven maakbaar is.
John Lennon zei het ooit zo: ‘Het leven is wat je overkomt terwijl je druk bezig bent andere plannen te maken.’
En misschien, misschien begrijp je nu ook waarom ik zo’n hekel heb aan de uitspraak: ‘Het leven is een feestje, je moet alleen wel zelf de slingers ophangen.’
Overal het positieve in zien? Hou toch op!
Op de rampplaats in het oosten van de Oekraïne regende het lichamen. Triester kan het niet zijn.
Kopfoto: © Jerry Segraves via Wikimedia Commons