Vandaag moest ik op het terrein zijn van de TU/e, de Technische Universiteit Eindhoven.
Mijn vader werkte hier toen dit indrukwekkende gebouwencomplex nog de Technische Hogeschool Eindhoven heette.
De vlag hangt er halfstok.
Nee, niet vanwege mijn vader die inmiddels al weer twintig jaar geleden samen met mijn moeder verongelukte, maar vanwege het drama met de MH17, vandaag een jaar geleden.
Zeker door dat dodelijke verkeersongeluk van mijn ouders kan ik heel goed invoelen hoe groot de onvoorstelbaarheid is van een verwoestende klap die voor eeuwig een streep zet onder die vanzelfsprekendheid van het elkaar weerzien.
Ik snap wel dat overal in ons land de vlaggen halfstok hangen, want de MH17-ramp wierp een donkere schaduw over Nederland en een aantal delen van de wereld.
Maar wie denkt nog aan de 230 doden van exact negentien jaar geleden, toen TWA-vlucht 800 in volle vlucht in zee stortte?
Of aan de 199 mensen die acht jaar geleden op 17 juli verongelukten toen TAM-vlucht 3054 bij de landing de baan afschoof en in een gebouw terechtkwam?
De pijn van het verlies wordt met de jaren een steeds eenzamer gebeuren. Voor de anderen gaat het leven uiteindelijk toch gewoon door.
Sterker nog, er komt een moment waarop ze vinden dat je de draad weer moet oppakken.
Maar die draad is voor eeuwig doorgesneden.
Er is een leven voor en een leven na, en je bent ineens zo heel veel ouder.
Enkele nabestaanden van de MH17-ramp hebben contact gezocht met nabestaanden van PanAm-vlucht 103 om te weten hoe ze verder moeten.
Een van de geraadpleegde vaders sprak over 26 taaie jaren.
Ik weet het, de eerste keer dat mijn vader jarig had moeten zijn, idem mijn moeder, en idem ook mijn man, dat waren moeilijke dagen, maar er was aandacht voor.
Idem de eerste keer dat hun sterfdagen verjaarden, al hing nergens de vlag halfstok.
Tja, wie denkt er nog aan jouw dierbare overledenen, na vijf, tien, twintig, 26 jaar?
Wie staat er nog bij jouw grote verlies stil met Kerstmis en al die andere gelegenheden met een stortvloed aan happy family-aandacht in de winkels en de media?
Nee, absoluut niet om blij van te worden.
En toch…
Al lijken de sterren verder weg dan ooit aan je hemel te staan…. toch komt die dag waarop je niet hebt hoeven huilen.
Al kleurt de zon je dag nooit meer als voorheen…. toch is er ineens dat moment waarop je je volle lach lacht.
Al blijven er dagen van eindeloos gemis…. toch is er diep van binnen de spirit om niet met je dierbaren te sterven.
Al zijn er nog taaie dagen…. toch zijn het er niet 365 in een jaar, laat staan 365 in 26 jaar.
Zo kan het ook gaan.
Althans, zo heb ik het ervaren.
Dus nee, het hoeft je waarheid niet te worden dat de pijn van het verlies met de jaren alleen maar groter en schrijnender zal worden en dat het leven na het verlies nog slechts op een waakvlam staat, zoals columnist Jos Kessels in het Eindhovens Dagblad bericht.
De woorden van de Bijbelse Prediker komen me levensechter over: er is een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen.
26 taaie jaren zijn 26 seizoenloze jaren.
26 jaren waarin het bestaan na het verlies nog slechts op een waakvlam staat.
Een dergelijk vooruitzicht biedt geen enkele troost, maar maakt van jou als nabestaande een levende dode.
Alleen als alle kleuren van het leven er mogen zijn, kan overleven toch weer leven worden.
Niet ver achter de driekleur staat op het terrein van de TU/e het gebouw waar ooit mijn vader werkte. Terwijl ik vanuit een verre verte zijn stem hoor, toch zo dichtbij, weet ik het zeker: zolang ik leef hebben mijn dierbare overledenen een plek in mijn hart, net zoals alle andere mensen die ik ooit ontmoet heb, nog ontmoet of ooit ontmoeten zal.
Kopfoto: © Michiel Hendryckx via Wikimedia Commons