Hij duwt de lens van zijn pocketcamera tussen de spijlen van het hek door.
‘Hè, die lantaarnpaal staat er net voor.’ De man, in Iron Maiden-T-shirt, maakt een hopeloos gebaar.
‘Kom dan hierheen, dan heb je die hele kist compleet in beeld’, reageert een man in geruit overhemd.
‘Wat voor een vliegtuig is het eigenlijk?’, vraagt de Iron Maiden-fan.
‘Een Boeing 747-400. Vloog eerst voor Air France, ik meen sinds begin 2003. Eind vorig jaar is ie overgegaan naar Air Atlanta Icelandic. En nu least Iron Maiden hem voor deze tour. Bruce Dickinson himselves vliegt hem. Ik heb hem eruit zien komen.’
‘Dat heb ik jammer genoeg gemist. Ga jij woensdag ook naar het concert?’
‘Nee, helaas achter het net gevist’, antwoordt het geruite overhemd. Aan zijn stem is hoorbaar dat hij het jammer vindt. De man kijkt op het schermpje van zijn spiegelreflexcamera. ‘Kijk, hier heb je Bruce, de mazzelaar. Leadzanger van een wereldberoemde band én vlieger op een Jumbo Jet.’
Een man met blond stekeltjeshaar en een flitsende zonnebril installeert zich naast de twee babbelende mannen. Uit een doos tovert hij een schaalmodel van de 747 van Iron Maiden tevoorschijn. Hij schuift het minivliegtuig onder het hek door en gaat er vervolgens zelf bij liggen, op zijn buik. De spiegelreflexcamera die hij in zijn handen houdt, richt hij zo op de mini-Jumbo dat de tweehonderd keer grotere Jumbo ermee in één lijn staat. Mensen drommen zich om hem heen met de bedoeling een soortgelijke foto te maken.
‘Nee!’, zegt hij vol venijn in zijn stem. ‘Dit is mijn exclusieve foto.’
Hij roept nog net geen ‘ksssst’ en al helemaal niet tegen een dame van de NOS die eveneens interesse toont. In tegendeel, hij staat haar allervriendelijkst te woord. Terwijl hij zijn miniatuur vlak voor haar neus in de lucht houdt, vertelt hij dat hij er honderdzestig euro voor heeft neergeteld.
‘Die is mooi’, wijst een man in dwarsgestreept poloshirt naar het model.
‘Absoluut wel een hebbedingetje’, reageert een baardige man naast hem.
‘Mooi niet’, zegt het geruite overhemd. ‘De livery klopt voor geen meter. De logo’s en de steden staan verkeerd gepositioneerd.’
Er valt een pijnlijke stilte waarin de miskoop snel wordt ingepakt.
‘Waar stond jij tijdens de landing?’, hervat de baardmans zijn gesprek met het poloshirt.
Het poloshirt zucht. ‘Bij de Kaagbaan. Een kwartier voor tijd kreeg ik door dat het toch de Buitenveldertbaan zou worden. Dat werd een verloren rit tegen de klok.’
‘Balen voor je. Maar eh… kijk je dan niet op Twitter? Schiphol postte het daar.’
‘Totaal niet aan gedacht.’
‘Ik vermoedde het eigenlijk al. Inboud-piektijd, kwam uit oostelijke richting dus vloog zo de 27 in.’
Op verzoek van het poloshirt laat de baardmans zijn oogst zien.
‘Ja, mooi’, is de reactie. ‘Eeuwig zonde dat die kist na deze tour wordt gesloopt.’
‘Dat moet ik nog zien. Ze is relatief jong. Alhoewel de 747’s nu wel in heel rap tempo richting schroothoop gaan.’
‘Die 757 die ze eerder hadden was ook mooi, hè. Hoe zal het daarmee zijn?’
‘Staat ergens stored, meen ik. De band heeft met twee 757’s gevlogen.’
‘Nooit geweten. Afijn, ik ga hier maar een paar fotootjes maken. Daar verderop staan wat lui met een trap. Misschien kan ik daar gebruik van maken.’
‘Als je even met een twintigeurobiljet wappert komt het vast goed’, grapt de baard.
De man in poloshirt trekt een wenkbrauw op. Hij kan er niet om lachen. De gebogen houding waarmee hij wegsjokt maakt duidelijk dat het leven van een vliegtuigspotter zwaar kan zijn. Alhoewel je zeker ook niet te licht moet denken over het gewicht van de fotoapparatuur die om zijn nek hangt.
‘Heb je het gezien?’, roept een jonge meid wijzend naar de Jumbo. ‘Alle plaatsen waar ze optreden staan op de romp!’ Haar halflange haar zit vol glitterextensions.
‘Ja, daarom staat Arnhem er wel op en Amsterdam niet’, zegt de knul naast haar. Aan de zwarte broek waar hij makkelijk twee keer in kan, bungelt een ketting. Zijn lange zwarte haar is samengebonden in een staart. Het baardje aan zijn kin is van het soort te hooi en te gras. Zijn armen zitten vol tattoos.
‘Wat gaaf dat ze in zo’n groot vliegtuig vliegen! Welke band doet dat nou? Daar moet je Iron Maiden voor heten’, meent zijn glitterige vriendin.
‘Er zit alles in wat ze nodig hebben voor hun tour.’
‘Heet dat vliegtuig van de Amerikaanse president niet Air Force One?’ giebelt het glitterhoofd. ‘Echt geniaal dat Iron Maiden voor hun machine de naam Ed Force One heeft bedacht.’
‘Hun mascotte heet Eddie. Die staat ook op de staart’, reageert haar vriend.
‘Ach ja, dat ik dat zelf nou niet had bedacht.’
‘Geeft niks’, zegt de tattoo-knul. Voor een moment slaat hij een arm om het meisje en kust haar snel op de mond. Hij duikt een smartphone op uit een van de enorme zakken op zijn broek. ‘Zou je even een foto van ons willen maken?’, richt hij zich tot de baardmans.
Met de armen om elkaar heen en met allebei een pink en een wijsvinger omhoog, worden ze vereeuwigd met de Ed Force One op de achtergrond. Het stel is zichtbaar blij met het resultaat.
Iets verderop klappen luchtvaartenthousiasten hun ladders in. Een Austin Mini gast weg, het raampje open. Iron Maidens nummer Aces High komt snoeihard uit de speakers.
Kopfoto: © BriYYZ via Wikimedia Commons