Langzaam openen zich de gigantische deuren.
In het tempo van een brug die opengaat. Of van een koeienstaart die omhooggaat.
Door de opening die ontstaat wordt de staart zichtbaar van de PH-BFE Melbourne, de volgende Boeing 747-400 die de blauwe vloot moet gaan verlaten.
Ze oogt ontdaan met haar totaal witgekalkte staart.
Onder haar linkervleugel worden de contouren zichtbaar van een andere pechvogel, de Bombardier Dash 8 Q400 van Flybe die op 23 februari jl. tijdens de landing door het landingsgestel zakte. Niet bepaald een vrolijke bedoeling daar in hangar 32, de hangar die in vroeger tijden volop in gebruik was bij Martinair.
De naam van deze maatschappij staat er nog op, de vraag is voor hoelang.
In haar verleden had de BFE meer geluk dan het kleine toestel naast haar. Alhoewel het natuurlijk wel pech hebben is, als je een dag na je verwelkoming in de blauwe vloot al meteen stormschade oploopt.
Op 25 januari 1990 werd de beplating van een van haar motoren lelijk geraakt door een container. Gelukkig kon ze alras toch dat doen waarvoor ze was aangekocht, vliegen op intercontinentale bestemmingen.
Op 20 september 2015 moest ze het zonder haar rechterwinglet stellen tijdens haar terugvlucht uit Tokio, maar dat deerde haar niet echt.
En onlangs, op 8 maart jl. om precies te zijn, ontsnapte ze in Chicago nog aan een brand toen een bagageband onder haar vlam vatte. Het leidde tot enige vertraging, dat was gelukkig alles.
Ruim twee maanden later maakte de Jumbo haar allerlaatste commerciële vlucht, een op-en-neertje Chicago, resulterend in haar allerlaatste landing ooit op 22 mei 2017 op Schiphol. En nu is het na 27 dienstjaren en met ruim 137.000 uren op de teller, einde oefening voor haar.
Op 12 juni gaat het richting Melbourne met haar, voor ontmanteling.
Hoe bizar kan het zijn dat de plek waar haar de slopershamer wacht dezelfde naam heeft als de naam die KLM haar gaf bij haar entree.
‘Stom toeval’, zal een nuchtere geest zeggen. ‘Gewoon een kwestie van een gebeurtenis die plaatsvindt zonder enige bedoeling in die zin, al lijkt die er wel te zijn.’
‘Toeval bestaat niet’, zal een spirituele ziel opmerken. ‘Niets doet zich toevallig voor. Iets valt je niet voor niets in die zin toe. Het is een puur toeval.’
Toeval of niet, hoe je het ook wendt of keert, het ene Melbourne is toch echt het andere Melbourne niet. De BFE gaat naar het Amerikaanse Melbourne en is destijds heel bewust vernoemd naar het Australische Melbourne. KLM vloog nog op deze bestemming toen de BFE de vloot kwam versterken en won in 1934 met haar PH-AJU Uiver de handicapsectie in de London-Melbourne Race.
De PH-BFE is de zevende 747-400 die KLM uit de vloot haalt. Er zijn stemmen die beweren dat zij te oud was voor verkoop aan een andere partij dan een sloperij.
Nou, een D-check ertegenaan en ze zou zo weer zes lange jaren mee kunnen. Een 747 kan je bijna niet op vliegen.
Een uitgefaseerd toestel gaat gewoon naar de hoogste bieder, om het even wat diens plannen er verder mee zijn. Dat de majestueuze jumbo wereldwijd in rap tempo van het toneel verdwijnt, is gevolg van het simpele feit dat ze met haar vier motoren economisch niet meer als lucratief geldt.
Ook zijn er stemmen die stellen dat ze nu met pensioen mag. Met pensioen mogen als synoniem voor gesloopt worden. Hoe kun je het bedenken?
Mensen die economisch niet meer lucratief zijn, worden ook met steeds minder coulance bekeken. Slopend voor allen die het betreft.
Rond de gedoodverfde 747 klinken ook stemmen, maar ze zijn te ver weg om te worden verstaan.
De geelgeheste mannen staan naast elkaar onder het enorme vliegtuig, in afwachting op een pushbacktruck. Steeds meer mensen verzamelen zich onder de jumbo.
Verderop is het aanzwellende geluid hoorbaar van de motoren van een startende Dreamliner. Voor die machine begint het leven pas. Al is het de vraag of die de 27 jaar zal halen.
De luchtvaartindustrie zet flinke stappen in de ontwikkeling van geheel nieuwe vliegtuigen.
Een fabrikant als Embraer bouwt allang geen vliegtuigen meer die tientallen jaren meekunnen. Luchtvaartmaatschappijen willen over tien jaar een schonere en zuinigere motor, een stillere cabine in plaats van een verouderde machine die nog twintig jaar mee kan.
De pushbacktruck verschijnt ten tonele. In een vloeiende beweging rijdt het voertuig de Martinair-hangar in en verdwijnt onder de BFE om haar vervolgens op sleeptouw te nemen. Langzaam komt ze in haar achteruit tevoorschijn. Haar winglets zijn ook witgekalkt, maar haar registratie is nog zichtbaar als vanouds, evenals haar naam Melbourne.
Zo mag ze gaan, nog altijd statig maar zeker niet meer koninklijk.
Eerst staan haar echter nog enkele testen te wachten en wordt ze volgetankt voor haar allerlaatste vlucht ooit naar Orlando Melbourne International Airport.
Nog drie nachtjes, dan is het zo ver. Ik zal haar uitzwaaien vanaf de D-pier om vervolgens zelf het luchtruim te kiezen naar een veel betere bestemming: Valencia.
Kopfoto: © Alf van Beem via Wikimedia Commons