Zwanenzang

Tien over elf werd uiteindelijk veertien over drie.
Toen landde de tweede Airbus A340 die Air France richting Twente Airport stuurde om door AELS uit elkaar te worden gehaald. Evenals haar zusje dat er drie dagen eerder voor hetzelfde doel haar wielen aan de grond zette, was ze in vol ornaat, ik bedoel nog voorzien van de naam en het logo van de maatschappij waarvoor ze tot voor kort de wereld bevloog.

Niet iedere luchtvaartmaatschappij zal ervoor kiezen een uitgefaseerd toestel zo naar haar final destination te sturen. Een machine in een stadium van afbraak doet immers afbreuk aan de betrouwbaarheid. Met verve wordt dan ook al wat aan de voormalige eigenaar herinnert weggewerkt met de kwast.
Als een vliegtuig door haar kleurstelling zeer herkenbaar is als behorend bij een bepaalde vloot, wordt dat lastig. Waarom een machine nog een kostbare spuitbeurt geven als het toch gedoemd is te verdwijnen?

© Lieneke Koornstra

De meeste mensen weten helemaal niet in wat voor vliegtuigtype ze van A naar B worden gevlogen. Wat betreft de livery is het al niet veel anders. Menig Nederlander kent het KLM-blauw, maar als die kleur ergens opduikt op een Amerikaans airplane graveyard zal de gemiddelde passant geen enkele associatie hebben met onze major. Lezen kan echter vrijwel iedereen!
Weg dus met de maatschappijnaam!
Dat geldt ten minste voor KLM, niet voor Air France. Toch bijzonder vanwege de fusie van beide bedrijven.
Zonder gevolg is de keus van de Franse maatschappij hierin niet. Want wie oog heeft voor detail kan op de neus van de door haar uitgefaseerde machines overduidelijk KLM zien staan. De tijd zal uitwijzen of AELS gevraagd is alsnog een lik verf over de namen en logo’s te halen, binnen de luchtvaart is dat geen onbekend fenomeen.

Dat de voormalige Air France-A340’s wel een wasbeurt kunnen gebruiken lijdt geen twijfel, maar verder zien ze prima uit, geenszins als afgedankte oudjes.
De F-GLZR heeft ook nog maar een leeftijd van achttien jaar en drie maanden, relatief jong voor een vliegtuig als je bedenkt dat in geval van goed onderhoud tientallen jaren veilig vliegen haalbaar zijn.
Evenals de Boeing 747 heeft de A340 tegen dat ze viermotorig is. Steeds meer tweemotorige machines nemen de routes over. Viermotorigen vliegen eruit zodra ze aan een grote onderhoudsbeurt toe zijn. Hun onderdelen zijn gewild zolang ze nog genoeg rondvliegende zusjes hebben.

In hangar 8 op vliegveld Twente groeit de onderdelenvoorraad gestaag met alles wat er uit de PH-BFR komt die AELS op 6 december overnam van KLM. De zwarte dozen die knaloranje zijn, cockpitstoelen, gordijnen die de scheiding vormden tussen de verschillende klassen, de neuscone en giga veel onderdelen waarvan ik totaal niet weet waarvoor het ooit diende. Ja, om het vliegtuig te laten vliegen!
De cockpitinstrumenten liggen er al niet meer. Evenals vrijwel alles wat uit de Swiss-A340 kwam die AELS als eerste op haar nieuwe locatie ontmantelde.

Het laat zich raden dat een kijkje in de blauwe jumbo een totaal andere aanblik geeft dan twee maanden eerder toen ze voor haar ferryvlucht gereed gemaakt werd op Schiphol Oost. In de cockpit resten de yokes en de gashandels, op de plekken waar ooit vlieginstrumenten huisden gapen zwarte gaten. De stoelen uit de World Business Class zijn verdwenen, evenals allerlei panelen.
Dat biedt een uitzicht op een grote hoeveelheid leidingen en buizen.
In de Economy Comfort zijn mensen aan de gang met het demonteren van de bagagebakken. Helemaal achterin, in de vrachtruimte, klinken ook demontagegeluiden. Uit de manier waarop het crashnet en een deel van de achterste drukcabine zijn verwijderd, is duidelijk dat er voor deze onderdelen geen toekomst meer in zit.

Ook aan de buitenkant van het toestel is zichtbaar dat zij het wijde luchtruim nooit meer zal kiezen. Zodra een vliegtuig buiten staat zonder radome, met al haar deuren geopend inclusief het luik naar de APU, en flaps die allemaal naar beneden hangen, is het duidelijk dat ze haar zwanenzang aan het zingen is.

Nu de BFR niet meer de enige machine is die AELS de eerstvolgende periode heeft te ontmantelen, is de kans groot dat haar confrontatie met de schrootschaar langer op zich zal laten wachten dan de aanvankelijk ingeschatte drie maanden. Het hoeft nog niet eens een kwestie te zijn van wie het eerst komt, wie het eerst wordt vermaald.
De eerstvolgende tijd zal zij op de plek worden geparkeerd waar dit vlak na haar aankomst op vliegveld Twente ook gebeurde. Voor de hangar komt haar blauwe zusje te staan, de PH-BFF, samen met een van de twee A340’s, zodat daar de motoren van deze machines kunnen worden verwijderd.
Is dat eenmaal gepiept, dan volgt er opnieuw een wissel met in elk geval een van de A340’s.
En of bij de daarna volgende ‘stoelendans’ de PH-BFR dan weer terug is bij af?

Kopfoto: © Lieneke Koornstra

Deel dit artikel: