Nog één keer lieten ze zich interviewen, drie van de vijf getuigen à charge in de zaak van Julio Poch. Het zijn de drie mannen die het meest in de schijnwerpers stonden: Edwin Reijnoudt Brouwer, Tim Weert en Jeroen Wiedenhoff. Evenals de vorige uitzending die Argos aan de zaak besteedde, wordt ook nu weer gekeken naar de rol van de Nederlandse overheid.
‘Wat mij het meest stoort is dat wij in de media de verantwoordelijkheid op ons dak hebben gekregen van de zaak Poch, dat wij zijn neergezet als partij terwijl niet wij maar het OM de partij is.’ Gememoreerd wordt dat de Nederlandse rechercheurs en de Argentijnse onderzoeksrechter Sergio Torres tijdens het verhoor vrijwel geen kritische vragen aan de drie piloten stelden. Ze wilden enkel weten wat ze van Poch hadden gehoord en of anderen dit ook hadden gehoord. ‘Pas later, toen de verdediging van Poch erbij kwam in 2011 en 2014 zijn uiteraard wel kritische vragen gesteld’, aldus Weert.
In 2006 begon de bal te rollen. Tijdens een vlucht vertelde Reijnoudt Brouwer aan Jeroen Engelkes, op dat moment assistent chef-vlieger bij Transavia, over een etentje in Bali waarbij de dodenvluchten onder het Argentijnse juntabewind ter sprake kwamen. Zowel Weert als Reijnoudt Brouwer kregen de indruk dat Poch hier zelf bij betrokken was geweest. Engelkes zocht vervolgens contact met Weert, die zich bereid toonde het een en ander op schrift te stellen.
Gewapend met deze rapportage stapte Engelkes naar de leiding van Transavia. Er volgde een intern onderzoek. Voor Transavia was de kous af na een gesprek met Poch waarin hij duidelijk maakte dat zijn uitspraak ‘We threw them in the sea‘ sloeg op ‘wij, Argentinië’, niet op ‘ik, Julio Poch’.
Engelkes nam hiermee geen genoegen. Hij klopte aan bij het Internationaal Strafhof, dat hem doorverwees naar de politie.
Engelkes zocht het met het medeweten van Weert hogerop. ‘Ik had zoiets van: zoek het uit. (…) Als ik geweten had dat het een juridische status zou krijgen, was het een ander document geworden’, zegt Weert nu. Reijnoudt Brouwer die het document van te voren had doorgelezen terwijl hij ‘met iets anders bezig’ was, zou er ‘een juridisch stofkammetje’ bij hebben gepakt. Tijdens het eerste officiële verhoor op 8 december 2008 tekende hij Weerts verslag dat toen al een juridische status had, wel voor akkoord.
De volgende alinea in de Engelse versie werd fataal voor Poch: ‘Ik was getuige van de volgende bekentenis van gezagvoerder J.A. Poch tijdens deze discussie. Gedurende zijn periode als piloot tijdens het Videla-regime voerde hij regelmatig vluchten uit waarbij groepen mensen boven zee uit zijn vliegtuig werden gegooid. Het doel van deze vluchten was het doden en elimineren van de terroristen in Argentinië.’ (vertaling LK)
Wiedenhoff vindt het ‘sowieso opvallend’ gehoord te zijn. Hij had Poch naar aanleiding van een vraag over de Dwaze Moeders horen zeggen: ‘They should have burried the fuckers, they should have killed them all.’ De vraag blijft uit hoe de recherche erbij kwam om hem te horen.
‘Mijn verklaring bewijst niets’, zegt hij nu. De Argentijnse onderzoeksrechter gaf hem te verstaan dat Poch in het strafdossier al een ‘confirmed suspect’ was. ‘Als Torres daarin niet eerlijk is geweest, is dat natuurlijk een grote schande’, aldus Wiedenhoff.
In alle getuigenverslagen die van de verhoren zijn gemaakt, is opgetekend dat Poch als vlieger betrokken was bij activiteiten die plaatsvonden bij ESMA. ‘Ik heb het zelf niet over ESMA gehad’, zegt Wiedenhoff. ‘Never. Ik wist niet wat het was. Het kan wel zo zijn dat Torres heeft gevraagd naar ESMA met een volledige uitleg en dat de tolk dat te veel vond en enkel gevraagd heeft of Poch een marinevlieger was, zo ging dat.’
Niet aan de orde komt dat Weert op 1 februari 2010 aan de Nederlandse rechercheur Arnold Versteegt mailde dat hij de term ESMA nooit van Julio had gehoord en dat hij daags na diens arrestatie pas echt bewust werd van waar ESMA voor stond. ‘Ik vind het vervelend dat ik een Spaanstalig document heb moeten ondertekenen nadat het was voorgelezen en vertaald door een tolk’, aldus Weert in zijn mail die hij besluit met: ‘Het kan en mag niet zo zijn dat Julio door een ongelukkige vertaling ons kan beschadigen en onder zijn proces kan uitkomen.’
‘Alles is gebaseerd op onze verklaringen’, zegt Weert nu. ‘Het is nooit onze bedoeling geweest hem op te knopen.’ Hij stelt dat Poch in een veel eerder stadium de gelegenheid had moeten krijgen zich te verweren. ‘Dit had intern moeten worden gemanaged. Iedereen om tafel, minimaal.’ Reijnoudt Brouwer vult aan: ‘Wij hadden veel eerder bij elkaar geroepen moeten worden. Bij wijze van spreken met een krat bier op tafel. En dan de vraag: Wat is dit allemaal voor gezeur? Helaas is dit nooit gebeurd.’
Over de helaasheid der dingen gesproken die Poch wel heel erg duur is komen te staan. Waarom verzocht Weert hier niet om toen hij eenmaal terug uit Bali melding deed bij het onafhankelijke vertrouwensteam burgerluchtvaart? Waarom opperde hij dit niet bij Engelkes toen hem gevraagd werd een en ander op schrift te zetten? Waarom ondernam Reijnoudt Brouwer zelf geen stappen in die richting als hij voor de zoveelste maal ‘in een winderige parkeergarage een klopje op de schouder kreeg’ met de mededeling ‘Ik zal je wat vertellen’? En waarom verifieerden Weert en Reijnoudt Brouwer zelf hun conclusies niet bij Poch, namelijk dat hij, omdat hij het Videla-regime verdedigde, betrokken moet zijn geweest bij dodenvluchten?
Over ‘die ene alinea’ zegt Reijnoudt Brouwer nu dat die ‘die gevolgen niet had hoeven hebben.’ Hij is ervan overtuigd dat ‘de dingen heel anders waren gelopen als de Nationale Recherche bij ons was thuisgekomen. Dan hadden ze gezegd: sorry hoor, hier kunnen we verder niets mee.’ Nu noemt hij het ‘te zot voor woorden dat Julio is opgepakt vanwege zo’n gesprek.’
‘Ik voel me bliksemafleider van instanties die echt verantwoordelijk zijn’, geeft Weert te kennen. Maar welke verantwoordelijkheid riep hij eigenlijk over zichzelf af toen hij aan Versteegt berichtte: ‘Het kan en mag niet zo zijn dat Julio door een ongelukkige vertaling (…) onder zijn proces kan uitkomen.’ Waarom en wanneer precies zette hij die fatale alinea op papier? Wat weerhield hem om tijdens die verhoren waarbij het aan kritische vragen ontbrak, zelf iets te zeggen als: ‘Ik reageerde geëmotioneerd en zei: “How terrible that you had to do that.” Ik ging ervan uit dat Julio deze onmenselijke wreedheden had moeten uitvoeren, maar ik heb hem nooit gevraagd of hij met ‘we’ zichzelf of de Argentijnse marine bedoelde. Het was mijn interpretatie, niet meer en niet minder.’
Hetzelfde geldt voor Reijnoudt Brouwer die had kunnen vertellen dat het om zijn conclusie ging. Maar in plaats daarvan kwam hij in een latere getuigenis met het verhaal dat Poch achterin had gestaan.
Het irriteert hem nu dat Pochs advocaat Geert-Jan Knoops steeds weer zegt dat Argentijnse rechters een meineedzaak tegen hem en Weert aanspannen omdat ze hebben gelogen. Hij heeft zwart op wit een bericht van het OM waaruit zou blijken dat die termijn al lang is verstreken.
Hoe zou het voor deze twee getuigen à charge zijn om de stelling van Weert dat het ‘niet zo kan zijn dat Poch zijn proces kan ontlopen’ over hun eigen handelen te poneren? Ik denk zo maar dat het deze heren kan helpen het juridisch stofkammetje van Reijnoudt Brouwer te vervangen door kritisch zelfonderzoek.
Kopfoto: © Michel van de Mheen