Het portier van een oud model Mercedes zwaait open. Een midden veertiger stapt uit. Zijn blauw met wit geruite overhemd hangt deels uit zijn afzakkende donkerblauwe broek. Hij trekt de broek omhoog en frommelt het overhemd erin.
‘Ja, kleed je maar eens fatsoenlijk aan’, meldt zich een andere veertiger. Hij is in spijkerbroek. Zijn witte T-shirt zit strak gespannen rond zijn bolle buik en vormt, omdat hij het niet heeft ingestopt, een soort afdak boven de plek waar zich de gulp en de zakken van zijn broek bevinden.
Hij slaat de overhemdman gemoedelijk op de schouder. ‘Lekker een paar uurtjes vliegtuig-eau-de-cologne snuiven’, lacht hij.
‘Ik moet eerst wat eten’, reageert het ruitjesoverhemd.
Samen slenteren ze naar de snackcar.
‘Heb je het gehoord? Aeroflot heeft zijn Tupolev’s 154 het zwijgen opgelegd’, zegt het T-shirt. ‘De laatste verliet deze week de vloot.’
‘Dat waren nog eens herriebakken. Daar verbleken 747’s en MD-11’s bij.’
‘Die motoren maakten een machtig fluitend geluid’, lacht het T-shirt.
De mannen sluiten zich aan in de rij wachtenden voor de snackcar. Het T-shirt sjort aan zijn rugzak, een groot zwart exemplaar waaraan labels van diverse vliegtuigtypes hangen.
‘Ik las ergens dat op Rotterdam The Hague Airport een proef start om duurzame kerosine uit CO2 te produceren’, zegt het ruitjesoverhemd. ‘De koolstofdioxide die nodig is voor de productie filteren ze uit de lucht.’
‘Dat lijkt me nog meer milieuwinst te kunnen opleveren dan biokerosine’, reageert het T-shirt. ‘Vliegtuigbrandstof gemaakt van grondstoffen als frituurvet, algen of biomassa kan de CO2-footprint binnen de luchtvaartsector al met zo’n procent of tachtig verminderen. Maar dit lijkt me energieneutraal.’
‘Het is ongelooflijk waarvan ze allemaal vliegtuigpeut kunnen maken. United Airlines en Qantas Airways vlogen op biokerosine gemaakt uit niet-eetbaar mosterdzaad. South African Airways op tabaksolie en Etihad Airways voerde onlangs een vlucht uit met duurzame kerosine gemaakt uit zeekraal.’
Eensgezind bestellen de mannen allebei een patatje met en een Coca-Cola light. Het ruitjesoverhemd betaalt.
‘Het is ook nog maar de vraag of de opening van Lelystad Airport voor vakantievluchten doorgaat’, zet hij de discussie voort.
‘En die klimaatgekkies maar lachen’, meent het T-shirt. ‘De luchtvaart is de gebeten hond, terwijl deze sector verantwoordelijk is voor slechts twee procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Twee procent, waar hebben we het over?’
‘Je moet de verwachte groei van de luchtvaartsector natuurlijk even niet vergeten, maat. Er zijn voorspellingen dat het huidige aantal van viermiljard luchtreizigers in de komende twintig jaar verdubbelt.’
‘Ach, voorspellingen’, zegt het T-shirt, twee patatbakjes aanpakkend. Hij loopt naar een van de tafeltjes, gevolgd door de overhemdman die in elke hand een blikje Coca-Cola light vasthoudt. Het T-shirt ontdoet zich van de loodzwaar ogende rugzak.
‘Hoe dikwijls is al niet voorspeld dat de wereld zou vergaan?’
‘Eind jaren zestig door ene Manson of zoiets. Jehova’s getuigen en andere godsdienstmalloten kunnen er ook iets van. En verder was er nog iets met een Maya-kalender.’
‘Allemaal oplichterij. Idem dito die paniekbedenksels om het CO2-probleem op te lossen. Neem nou die biomassacentrales’, zegt het T-shirt, een patatje tussen de andere vandaan vissend. ‘Dat zou klimaatneutraal zijn. Maar die bende stoot nog meer CO2 uit dan een kolencentrale. En vadertje staat de boel maar subsidiëren met onze belastingcenten. Wat denk je dat er met die kolencentrales die gesloten worden gebeurt? Die worden verkocht aan Amerika. En wat gaat Amerika ermee doen? Juist ja, de hele klerezooi op biomassa laten draaien.’
Snel pakt hij een volgend patatje en praat met volle mond verder: ‘En die idioterie dat het hele wagenpark elektrisch moet. Denk je nou echt dat uit al die beademingspalen alleen maar groene energie stroomt? Om nog maar te zwijgen over de CO2-uitstoot bij de productie van al die batterijen. En dan hebben we het nog niet eens over de milieuschade als gevolg van die lithiumdepots. Maar ach, dat is ver bij de fortuinlijk gespreide bedjes van de goed geld verdienende Tesla-rijders vandaan.’
Snel werpt hij enkele blikken om zich heen. ‘Geen luistervinkjes hier die meteen beginnen te kwekken dat deze geluiden zijn ingegeven door de olie-industrie.’
‘De schatkist loopt zo’n 4,3 miljard euro mis als het hele wagenpark de pomp links laat liggen. Zelfs voor de VVD is rekening rijden niet langer een taboe’, zegt het ruitjesoverhemd, een van zijn laatste patatjes door de mayonaise halend. ‘Maar er is nog een ander probleem. Het Nederlandse stroomnetwerk kan de groeiende vraag naar elektriciteit nu al amper aan. Bijna zeventig procent van de giga veel elektriciteit slurpende datacentra bevindt zich in Amsterdam. Als ik er straks met mijn W124 niet meer mag rondkachelen is het nog maar de vraag of er voldoende capaciteit is om al die elektrische auto’s op te laden.’
Het T-shirt zet zijn blikje Coca-Cola light waaruit hij intussen een flink aantal slokken heeft genomen, met een klap op het witte plastic tafeltje.
‘Het is rijkelui’s speelgoed. Die klimaatdrammers doen alsof achter al die stekkerauto’s, warmtepompen, windmolens en zonnepanelen geen hele lobby zit waaraan dik geld wordt verdiend. Echt geen haar beter dan de olielobby.’
‘Enkele weken geleden las ik een column van Tommy Wieringa’, vertelt het ruitjesoverhemd. ‘Hij heeft het over de klimaatcrisis en met het oog op de vliegtuigen die komen en gaan, noemt hij het leven op aarde een groot verbrandingsproces. Eén keer raden waar hij zijn inspiratie voor die column vond.’
Het T-shirt haalt zijn schouders op. ‘Geen idee.’ Met een welgemikte gooi belandt zijn frisdrankblikje in de afvalbak. ‘Vooruit, in een Tupolev’, lacht hij.
‘Je bent warm, heel warm. Hij zat hier op Schiphol. Bij gate H waar de prijsvechters vertrekken. De H associeerde hij met Hel. Die plek indachtig beklaagde hij zich over de kerosinedampen om vervolgens zelf lekker goedkoop in een machine van Ryanair te stappen. De markt voor biokerosine groeit, maar de prijs is nog een bottleneck. Een zijn personeel uitzuigend clubje als dat van O’Leary zal al helemaal niet staan te dringen om voor een liter biokerosine minimaal drie keer zo veel te betalen als voor een liter fossiele brandstof. Maar de klimaatprofeet Wieringa koopt uitgerekend bij dat boefje zijn vliegticket.’
Hoofdschuddend knijpt het ruitjesoverhemd zijn inmiddels lege Coca-Cola light-blikje in elkaar. Hij legt het in het lege patatbakje, pakt ook het lege bakje van zijn maat en loopt ermee naar de prullenbak. ‘Ik zal mijn camera eens gaan halen’, zegt hij.
‘De Orange Pride komt er zo aan. Daarna is het vooral 73-tjes en kleine busjes wat de klok slaat.’
‘Het wordt er allemaal niet leuker op’, meent het T-shirt. Hij pakt zijn rugzak, sjort hem op zijn rug en zet er samen met zijn maat de pas in, via de Mercedes naar het fietspad langs de Polderbaan.
Kopfoto: © Fyodor Borisov via Wikimedia Commons