De Big Friendly Giant.
Zo wordt ze door een deel van haar fans genoemd, deze Boeing 747-400 die sinds 11 april 1990 dienstdoet voor KLM met de registratie PH-BFG. Evenals haar zusjes is ze vernoemd naar een grote wereldstad waarop KLM actief is (geweest), in haar geval naar Ecuadors grootste en meest populaire stad Guayaquil.
Ons grote huis betekent deze naam in het Tsafiki, de taal van de Tsáchila-indianen. Ruim 29 jaar was de Big Friendly Giant duizenden uren het grote huis voor zowel de crew als vele passagiers.
In de eerste week van december bewees de BFG hiervoor als vanouds haar trouwe diensten.
Twee keer hield dat een op-en-neertje Amsterdam – Delhi in, vervolgens ging het één keer van Amsterdam naar Toronto en weer terug. Niets aan de hand.
Maar toen haar wielen bij haar terugkeer uit de Canadese stad de grond van haar thuishaven raakten, betekende dit voor haar de laatste keer ooit. Even was het spannend of ze diezelfde dag nog zou kunnen vertrekken naar de plek waar haar de slopershamer wacht.
De baan van Kemble-Cotswald Airport, een voormalige Royal Air Force-basis, is met zijn 1973 meter erg kort voor zware machines als de 747. Als complicerende factor geldt dat, gelet op de ondergrond, slechts 1640 meter van deze baan beschikbaar is voor een landing. Reden waarom Boeing in haar Flight Manual voorschrijft dat de baan in een dergelijk geval niet of nauwelijks nat mag zijn.
De weergoden lijken het wel tijd te vinden voor de BFG om te gaan. Verwachting is dat ze vanaf de Kaagbaan zal vertrekken. Een groepje fans staat gereed om het vliegtuig uit te zwaaien.
‘De dertiende alweer’, zegt een van hen. ‘De drie vrachtjumbo’s niet meegerekend vliegen er dan nog maar negen.’
‘Eind deze maand gaat de BFI er ook uit. En in maart de BFH, het gaat echt hard nu met de uitfasering’, reageert een ander terwijl hij op zijn smartphone kijkt. ‘Geen idee welk vluchtnummer aan de BFG is toegekend.’
‘KL9879 of anders KLM747’, reageert de enige vrouw in het gezelschap.
‘Deze machine vertrekt in vol ornaat’, mengt een volgende man zich in het gesprek. ‘Zelfs nog met die Aquafresh-sticker op haar romp’, voegt hij er vilein lachend aan toe, duidend op de stickers waarmee KLM aandacht genereert voor haar 100-jarige bestaan.
‘Het is echt het einde van een tijdperk, nu na de driemotorigen ook de viermotorigen gestaag het veld ruimen. De graveyards staan vol met 747’s, zelfs de eerste A380’s worden al ontmanteld en ik las ergens dat de Hawthorne-fabriek waar de Triumph Group de rompdelen voor de Jumbo maakt, haar deuren gaat sluiten. Dat kan wel eens het einde betekenen voor de bouw van de Queen of the Skies’, verzucht de smartphoneman.
Een echtpaar voegt zich bij het gezelschap. Algauw blijkt de speciale band van dit koppel met de BFG.
‘Wij stonden op de dag van onze bruiloft in motor drie tijdens een fotoshoot’, vertelt de vrouw. ‘En na een vakantie op Curaçao bracht zij ons weer thuis.’
Een bestelbusje, aan beide zijden voorzien van een foto van een MD-11, nadert en houdt gas in. De chauffeur draait het raampje open. ‘Baanwissel!’, roept hij. ‘Het wordt de Buitenveldertbaan.’
In het groepje stijgen enkele krachttermen op. ‘Als we dat maar halen!’, roept de smartphoneman.
Iedereen zet het op een rennen, auto’s worden gestart, gaspedalen worden diep ingedrukt, op naar wat ook wel genoemd wordt de Bulderbaan.
‘Gered!’, lacht de vrouw die eerder het vluchtnummer noemde. ‘Kist zal wel heel gauw loskomen want moet zo licht mogelijk zijn voor de landing op Kemble.’
‘Dan staan we hier precies goed’, zegt de man van het MD-11-busje.
‘Ik zie beweging’, klinkt het iets verderop.
Gracieus als altijd komt de gedoodverfde Jumbo aan getaxied. Een kort moment houdt ze stil, wachtend op take-off clearance.
Dan overstemt het aanzwellende geluid van haar motoren het ratelende geluid van de aanwezige camera’s. Pal voor de neus van haar fans roteert de BFG.
Nu ze zo licht is verstaat ze niet alleen de kunst die zo eigen is aan haar soort om zich te verheffen in plaats van op te stijgen, ze combineert die ook nog met de kunst van de MD-11 om te gaan als een raket. Hoger en hoger klimt ze, kleiner en kleiner wordt haar vertrouwde silhouet met de vier motoren en de karakteristieke bult.
Terwijl de mannen zich bezighouden met het camerawerk kijken de beide vrouwen met de armen om elkaar heen het vliegtuig na.
Helemaal droog houden ze het niet.
‘Dag lieve Big Friendly Giant’, zegt de ene. ‘Hopelijk mogen je motoren nog lang geluid maken onder je nog vliegende zusjes.’
‘Zolang de herinnering blijft is ze niet helemaal weg’, meent de andere.
Als de laatste glimp van de Jumbo is opgegaan in het hemelsblauw, doen ze net als de mannen: ze stappen in hun auto’s en begeven zich naar de McDonalds, voor een bakkie troost.
Kopfoto: © Rob van Ringelesteijn