De ondertitel ‘Het bewogen bestaan van twee zusjes na MH17’ zegt het al: Zoals vogels vliegen gaat niet over hoe de Boeing 777-200ER op 17 juli 2014 verongelukte en evenmin over het onderzoek. Het rouwproces van de twee zussen die niet met hun ouderlijk gezin op vakantie gingen naar Bali, staat centraal.
Auteur van het boek Els Quaegebeur sprak niet alleen uitgebreid met beide zussen. Samen met hen liep ze door het ouderlijk huis, bladerde ze in fotoboeken, bezocht ze het Nationaal Monument MH17 en voerde ze zowel gesprekken met andere nabestaanden als met Jos de Keijser (bijzonder hoogleraar complexe rouw) en Rachel Mercu (Amerikaanse documentairemaker die haar vader verloor bij de aanslag op een PanAm-Boeing 747 boven het Schotse Lockerbie).
Niet goed of fout
Rode draad in het boek is de manier waarop beide zussen van begin af aan zijn omgegaan met het verlies van hun ouderlijk gezin: nuchter en met de blik naar voren. Daarbij bleef de confrontatie met wat anderen daarvan dachten niet uit. De buitenwereld heeft overal een mening over, ook over hoe je moet rouwen. De zussen kregen dikwijls te horen dat ze veel meer moeten huilen. Alsof er geen stille tranen zouden zijn, denk ik dan.
Anderen, waaronder zelfs totaal onbekenden, stuurden berichten het knap te vinden hoe de zussen omgaan met de inverdietige situatie. Mirjam en Sandra vragen zich af knap is. ‘Misschien vinden mensen het knap als je nog functioneert, maar dat weet je pas als je iemand echt goed kent’, zegt Sandra. ‘Misschien trok ik wel elke avond achthonderd haren uit mijn hoofd. Of ik zat aan de drank. Of ik verbrandde ritueel alle familiefoto’s. Dat weet je niet. En dan nog, is dat dan niet knap?’ Maar uitgerekend de auteur komt ook met datzelfde waardeoordeel. ‘Het is knap dat de zusjes altijd met respect naar elkaar luisteren en op elkaar reageren’, schrijft ze, ‘ook als het over dingen gaat die voor beiden zwaar zijn om te horen en uit te spreken.’ Zelf zeggen ze hierover dat ze harmonieus zijn. Bepaald geen synoniem voor knap.
En dan nog al die mensen die van alles voor hen invulden of precies wisten hoe ze zich voelden. Allemaal goed bedoeld, maar nee, zeker niet fijn. Zelfs al heb je iets dergelijks meegemaakt, ieder beleeft het op zijn eigen unieke manier en rouwt dus ook op zijn eigen manier. Dat wil dit boek vooral duidelijk maken.
De rouwfasen, ooit geïntroduceerd door Elisabeth Kübler-Ross, komen ook ter sprake, zonder dat de naam genoemd wordt van die Zwitsers-Amerikaanse psychiater die in de zeventiger jaren pionierswerk verrichtte op het gebied van rouw en stervensbegeleiding. De zussen herkennen zich er niet in. Logisch. Rouwreacties doen zich niet altijd in een bepaalde volgorde voor. Bovendien kunnen zij elkaar overlappen, ook in geval zij tegengesteld zijn, en zich meermaals herhalen. De individuele variatie bij verliesverwerking laat geen modelbouw toe. De achterflap van het boek vermeldt dan ook: ‘Verdriet om het verlies van dierbaren kent vele gezichten, je kunt niet goed of fout rouwen, het is een proces waar je als buitenstaander niet te veel van moet vinden, ook niet als een drama zich afspeelt op het nationale toneel.’ Eigenlijk is het laten doordringen van juist deze ene zin het enige noodzakelijke om tot dit besef te komen, daar hoef je dit boek verder niet voor te lezen. Of je moet geïnteresseerd zijn in de unieke verhalen van deze twee MH17-nabestaanden.
Krankzinnige details
Vier dagen na de aanslag op MH17 kregen de zussen bezoek van familierechercheurs. In een ‘eindeloos’ gesprek van ‘misschien wel zes uur of meer’ moesten Mirjam en Sandra aangeven hoe hun omgekomen familieleden eruitzagen. ‘Krankzinnige details om op te lepelen over familieleden die enkele dagen geleden nog springlevend voor je stonden.’ Ze kozen er eensgezind voor niets te willen weten over de toestand van de lichamen als er eenmaal een identificatie zou zijn. Over hun moeder kwam als eerste duidelijkheid, vervolgens over hun broer. Over het lot van hun semi-pleegbroer kregen ze geen informatie, omdat er geen bloedverwantschap was en hij evenmin officieel deel uitmaakte van de familie Ploeg. Die informatie kregen ze wel via zijn moeder en zus. Uiteindelijk werd alleen van hun vader niets teruggevonden. Veel emotionele waarde hechten Mirjam en Sandra niet aan stoffelijke resten: ‘Dat zijn niet onze ouders, broer en pleegbroer.’ Wel was de gedachte dat hun familie ergens in dat zonnebloemveld lag, te verschrikkelijk. ‘Veel hartverscheurender wordt het leven niet’ merkten ze toen ze voor de derde keer een doodskist moesten ophalen met stoffelijke resten van hun broer. Over het feit dat er van hun vader niets werd gevonden, maakten ze zich geen enkele illusie: ‘Complotdenken zit niet in hun aard.’ Net zomin als ‘What if-denken’. Op dergelijke momenten komt de nuchterheid van de zussen duidelijk tot uiting.
High tea of een bordje spaghetti carbonara
Warme herinneringen hebben beide zussen aan de nabestaandenbijeenkomsten met fenomenaal georganiseerde catering. ‘Lekker eten kan wel helpen bij stress en verdriet’, zegt Sandra, de pastabar en de maki met zalm indachtig. De gewaarwording dat de Nederlandse regering voor de nabestaanden wilde zorgen door ze lekker eten aan te bieden, gaf Mirjam een fijn en gerespecteerd gevoel. Maar gek vindt ze het ook: ‘Sta je op een avond voor nabestaanden van de grootste vliegramp in de Nederlandse geschiedenis te dubben: zal ik high tea doen of een bordje spaghetti carbonara laten maken?’ Na een aantal keer werd de kwaliteit minder, kregen ze gewoon koffie of thee en een kadetje. Daar waren sommige nabestaanden verbolgen over en er ontstond ophef toen er een bijdrage van tien euro werd gevraagd als er nog behoefte was aan warm eten. Dat het royale uitpakken ophield vinden de zussen zelf heel normaal. ‘Dat buffet kostte elke keer duizenden euro’s aan belastinggeld.’
Maar zodra Sandra de behoefte voelde om naar een psycholoog te gaan kreeg ze, evenals een andere nabestaande, te horen dat dit niet vergoed werd ‘omdat er een aanwijsbare reden was voor de pijn: niet problematisch genoeg om te vergoeden.’ Toen die andere nabestaande aan de officier van justitie te verstaan gaf niet te weten wat hij erger vindt, wat er met zijn vader was gebeurd of het traject daarna, resulteerde dit een jaar later in de vergoeding van de gewenste psychologische begeleiding. Schrijnend.
Online hooiberg
En toen deed de mogelijkheid zich voor om de database te bekijken met honderden foto’s van persoonlijke gevonden spullen tussen de wrakstukken van het vliegtuig. Identificeerbaar materiaal als bankpasjes en paspoorten was apart gehouden, het betrof dingen als speelgoed, kleding, camera’s en boeken. ‘Je moet echt heel zeker van je zaak zijn voor je iets claimt’, werd de zussen te verstaan gegeven. De gruwelijkheid van hun dilemma is voelbaar in wat volgde. ‘De zusjes weten niet eens zeker of ze wel iets willen claimen. Ze voelen zich ellendig, niet alleen door de mentaal uitputtende zoektocht in een online hooiberg naar een mogelijk bezittinkje van hun familieleden, maar ook door de talloze zwartgeblakerde knuffeldieren, Donald Duck-vakantieboeken en verfrommelde Lady Planets die aan hun ogen voorbijtrekken.’ Ze bleven hangen bij de foto van ‘een lelijk beige heuptasje’ waarmee ze hun moeder weleens zagen rondlopen. Ze waren allebei zeker genoeg om het te durven claimen. Alleen was er nog een nabestaande die het tasje opeiste. Ze wilden geen gedoe. Kregen een ander lelijk beige heuptasje toegewezen. Het afwijzen was ook zoiets. Een paar maanden later gooiden ze het weg. Het voelde niet als het lelijke beige heuptasje waarmee hun moeder op reis ging.
Puzzelstukjes
De zussen maakten van de gelegenheid gebruik om het gereconstrueerde wrak van de MH17 te bezoeken. Daaraan voorafgaand konden ze al een keer losse delen van de neergestorte Boeing 777 bekijken. Sandra was het meest onder de indruk van het wrak, ze liep langs de plek waar de stoelen van haar familie hadden gestaan. In dit toestel stapten ze in, haar ouders, broer Robert en semi-pleegbroer Robin, zich verheugend op hun vakantie. Mirjam vond de puzzelstukjes het meest ingrijpend door de gedachte dat het in Oekraïne ook allemaal zo op de grond lag. ‘Er was gewoon niets meer van over, ook van hen niet.’ De meedogenloze manier van sterven overviel Sandra: ‘Het leven hield hier echt op, er was niets waartegen ze zich konden verzetten.’ Of dat besef iets bijdroeg aan haar rouwverwerking? ‘Het gaat om waar ik nu ben. Ik kan naar deze spullen kijken zonder uit elkaar te vallen, dat zegt misschien wel iets over mijn, over onze rouwverwerking.’
Mirjam over een ander moment, toen een vriendin met haar ouders en een zus bij haar kwamen klussen: ‘Het is zo’n moment waarop ik denk: waar is mijn gezin? Het klopt gewoon niet, ik had een puzzel, mijn leven, die was voor een deel gelegd, en ineens was de rand weg, de stukjes die je als eerste legt. Het lukt nog wel om de binnenkant in elkaar te zetten, maar de rand blijft weg, het zal nooit een normale puzzel worden, zoals het plaatje op de doos.’ Het is een passage die me uit het hart is gegrepen vanwege de herkenning. Mijn ouders verongelukten ook, alleen niet in een vliegtuig maar in een auto. Die herkenning kom ik vaker in het boek tegen omdat het geen opgepoetste versie van de voorkomende personen is om een zo goed mogelijke indruk te wekken. Alhoewel het soms wel met wat minder privédetails had gekund.
Bomen
Een bezoek aan het Nationaal Monument MH17 in Vijfhuizen bleef evenmin uit. ‘Bomen blijven, zijn altijd lief’, aldus een opmerkelijke uitspraak in relatie met de bomen die geplant zijn voor de 298 omgekomen slachtoffers. In 2018 bezocht ik de gedenkplek en constateerde met lede ogen dat een groot aantal de voorgaande winter niet had overleefd. Net als elk ander levend wezen gaan bomen vroeg of laat dood, een keiharde werkelijkheid. Vernieuwing in de vorm van het plaatsen van een andere boom is dan de enige optie. Dat is inmiddels ook gebeurd.
Vergeten of tweederangs
Het moeten ontdekken dat je een vergeten nabestaande bent, zoals Daniel Vorsselman wiens bij de ramp omgekomen vader kort daarvoor met een andere vrouw was gaan samenwonen, hakt erin. Evenals de bevinding dat je voor een tweederangs nabestaande wordt gehouden omdat je, zoals Loes van Heijningen, van ‘de koude kant’ bent. Een kwestie van leedhiërarchie. ‘Aan de andere kant: iedereen die zich identificeerde als nabestaande was welkom op die eerste nabestaandenbijeenkomsten. Al die mensen die zoeken naar verdriet en sensatie’, menen de zussen, al willen ze niet denken in termen van meer of minder verdriet. Maar toch: wanneer ben je nabestaande? Die rechtszaak gaat eindeloos lang duren’, stelt Sandra in reactie op een email van hun advocaat. ‘Ik wil het niet echt volgen, want voor je het weet volgt het mij. Ik heb alleen meegekregen dat wij schadevergoeding kunnen krijgen. Mirjam minder dan ik omdat zij niet met Robert in huis woonde. Ook weer zoiets raars.’
Kindjes
Opvallend is dat het onpeilbare verlies van de beide ouders centraal staat, terwijl de zussen toch ook hun broer en semi-pleegbroer verloren. Als het al over beide jongens gaat is er dikwijls sprake van ‘broertje’ en ‘halfbroertje’ wat de onterechte indruk wekt dat het over kindjes van zes of jonger gaat. Misschien is het een dingetje van de auteur die het ook almaar over de zusjes heeft. Op het moment van de crash waren de jongens 21 en 17, de meiden 22 en 18. Meiden waarvoor er vanaf het moment dat MH17 hun leven beheerste, geen ruimte meer was om kind te zijn en er niemand meer was om kind van te zijn.
Mijn wenkbrauwen trek ik op bij de opmerking dat MH17 de grootste vliegramp in de Nederlandse geschiedenis is. Ik denk daarbij toch echt aan Tenerife, waarbij weliswaar twee vliegtuigen betrokken waren, maar een van die beide Jumbo’s was van ‘onze eigen KLM’, 583 mensen kwamen om en 61 raakten gewond. Alle begrip dat het verongelukken van de MH17 de grootste ramp in het leven van de wettelijke, vergeten en tweederangs nabestaanden is. Alle begrip ook als je onmogelijk herinneringen kunt hebben aan die 27ste maart in 1977: de zussen moesten nog geboren worden en de in 1974 geboren auteur was toen nog echt een kindje. Maar toch. Even factchecken kan geen kwaad als je een boek schrijft.
Het boek eindigt met de geboorte van een kindje, Cody, zoontje van Mirjam. Zijn komst maakt het gemis van haar ouders en broer sterker. ‘Mijn moeder was zo dol op kleine kinderen. Ze had het hier af en toe kunnen overnemen zodat ik even op de bank kon liggen, een beetje vertroeteld kon worden, weer even kind zijn. En ik wil dat Cody met oom Robert kan spelen.’ Sandra: ‘Dat hoort op de stapel microverdriet. Naast groot geluk.’ Met haar man en de kleine woont Mirjam nog in haar ouderlijk huis dat inmiddels wel een flinke metamorfose heeft ondergaan. De zussen zijn ervan overtuigd dat de vertrouwdheid van de fysieke omgeving niet valt uit te vlakken of te onderschatten als je in rouw bent.
‘Je kunt makkelijker bij de herinneringen als je nog in het huis bent waar die herinneringen zijn gemaakt.’ Maar er valt ook iets te zeggen over stoppen op het hoogtepunt, ‘de cirkel rondmaken.’ Voor hun gevoel zijn de zussen al over dat punt heen. ‘Het hoogtepunt van het gezin Ploeg op deze plek moet jaren geleden zijn langsgekomen, toen niemand wist dat het er was. Misschien was het de week voor de aanslag.’ Sandra meerderjarig, geslaagd en op weg naar het studentenleven. Mirjams verbeterde relatie met haar ouders. Robert op zoek naar een eigen huis. ‘Zoals vogels vliegen: naar buiten, de lucht in, omlaag, duikelingen, vrij vallen, reddingen net boven de grond – ieder voor zich met het ouderlijk huis om samen te komen.’ Daarop is de titel van het boek gebaseerd. De zussen vliegen als vogels, zij gaan verder met hun leven. Hun bewuste keus. Dat kan lezers inspireren.
Zoals vogels vliegen
Het bewogen bestaan van twee zusjes na MH17
Els Quaegebeur
Paperback | 238 pagina’s | Een 8-bladig katern kleurenfoto’s van bijzondere momenten
ISBN 978 94 6381 013 5 | Uitgeverij Podium | 2021 | €20,99