Het is alweer een maand geleden dat ik samen met een goede vriend een reis boekte naar Canada.
We wilden graag nog een keer het luchtruim kiezen met de MD-11 die KLM dit jaar uit haar vloot verwijdert.
Nu we toch de plas over gingen wilden we ook nog wel even naar Seattle, voor een bezoek aan de Boeing-fabrieken.
We zochten uit hoe we die kant op konden vliegen met een Boeing 747. Diezelfde week boekten we een reis vanaf Schiphol naar Seattle via Los Angeles en besloten we via de Rockies naar Toronto en Montreal te rijden, om vervolgens op de laatste vlucht te stappen die KLM op 25 oktober uitvoert met een van haar nog resterende ‘elfjes’.
Onze voorpret was begonnen!
Ik kocht een reisgids, sprak er met vrienden en familie over. Tips stromen nog steeds binnen: ga vooral daarheen, sla dat en dat niet over. Mijn reismaatje en ik verkneutelen ons dagelijks op de reis die ons te wachten staat.
Zo ongeveer moet het veel van de passagiers zijn vergaan die aan boord stapten van vlucht MH17.
Dromen van een reis, in hun geval naar het Verre Oosten, naar Indonesië of Maleisië, naar de tempels en de rijstvelden met op de achtergrond de vulkanen: beelden die je allang kent en die nu werkelijkheid worden.
Een maand of misschien wel maanden heb je naar dat moment uitgekeken. De afgelopen dagen heb je je koffer gepakt.
Heb ik niets vergeten, heb ik echt niets vergeten?
Koffer dicht, huisdeur op slot, auto of trein in met je gezin, je partner, of alleen, en daar ga je.
Op Schiphol check je in, nee, je koffer is niet te zwaar, goddank, je loopt over de lopende band, mind your step.
Daar staat het vliegtuig, jouw vliegtuig. Een Boeing 777 in dit geval, een groot toestel dat zijn betrouwbaarheid al lang heeft bewezen.
Het is een machine van Malaysia Airlines. Een moment flitst het door je heen dat er enkele maanden geleden een toestel van diezelfde maatschappij op raadselachtige wijze is verdwenen.
Je troost je met de gedachte dat vliegen een van de veiligste manieren is om van A naar B te komen, alleen vervoer per lift is veiliger.
Je kijkt naar de andere passagiers die binnenkomen. Aan hun kleding zie je dat de meesten van hen ook op vakantie gaan.
Een aantal van hen op familiebezoek, gelet op hun uiterlijk.
Van de vrouwen die een hoofddoek dragen neem je aan dat ze samen met hun dierbaren het Suikerfeest zullen vieren.
Opgelucht haal je adem dat het gezin met de twee kleine kinderen niet direct voor of achter je komt zitten.
De deur van het vliegtuig gaat dicht.
Daar ga je.
Je toestel zet zich in beweging. Je lacht naar je reismaatje. Je voelt hoe je in je stoel gedrukt wordt terwijl je vliegtuig opstijgt.
Onder je verdwijnt Nederland in de verte. Een stewardess schenkt koffie voor je in. Je bladert in het blad van Malaysia Airlines, werpt een blik op de horloges en de parfums terwijl de vleugels van de Triple Seven je dragen. Opnieuw verwonder je je over de sereniteit hoog boven de wolken.
En dan… dan is er ineens niets meer. Boven een gebied waar al weer maanden lang strijd woedt, begaat de wereld een verbijsterende vergissing, waar niemand rekening mee hield.
Je droom is over, voorgoed, voor eeuwig.
Beneden ligt je paspoort, naast een dood jongetje in een rood T-shirt met de tekst “Don’t panic”.
Kopfoto: © Darren Koch via Wikimedia Commons