Binnenkijken. Zo heette de rubriek die Thijs Wolzak zes jaar lang verzorgde voor de weekendeditie van NRC Handelsblad. Hij behoorde tot mijn favorieten.
Ik houd ervan om als het gaat schemeren door straten te wandelen en binnen te kijken bij de huizen waar ik langs loop. Soms zie ik dan dat in drie huizen achter elkaar dezelfde lamp aan het plafond hangt. Of dat in vier huizen in één straat overal de vrouw des huizes onder de droogkap zit. Of dat een huis barstensvol gevuld is met prullaria. Bij zo’n raam blijf ik wel eens even staan.
Bij het huis van Rien Moerland dat van onder tot boven gevuld is met luchtvaartcuriosa, was dat niet nodig. Ik genoot een warm welkom bij hem thuis nadat ik hem had leren kennen tijdens de allerlaatste commerciële KLM-lijnvlucht met een McDonnell Douglas MD-11.
Met succes bracht ik Rien en Thijs met elkaar in contact. Nu heeft het interieur van Rien niet alleen een plek in het boek Human Interior, ook maakt het deel uit van de tentoonstelling Human Interior-Binnenkijken die sinds 13 oktober plaatsvindt in het Design Museum in Den Bosch.
Evenals ruim twintig andere interieurs wordt dat van Rien gepresenteerd in een lichtgevend display.
Opzet is dat de bezoeker het gevoel krijgt bij iemand de huiskamer in te stappen. Dat gevoel kreeg ik geen enkele keer. Maar doordat de bewoners zelf via audiohandsets hun verhaal doen, kom je er toch heel dichtbij. En het fotowerk van Thijs krijgt in die ‘lichtkasten’ extra glans.
De fotograaf heeft zeker een punt als hij zegt dat op krantenpapier de kleinste details van zijn ontmoetingen met mensen en hun interieurs niet altijd overkomen. In zijn boek komt zijn fotografeerwerk zonder twijfel beter tot zijn recht. Alleen ontbreekt nu in veruit de meeste gevallen het verhaal van die mensen, het achtergrondverhaal dat journalist Astrid van Rooij zes jaren achtereen bij de binnenkijkfoto’s van Thijs schreef. Behalve dat ze altijd twee standaardvragen stelde – ‘Meenemen bij brand?’ en ‘Van IKEA?’ – ging haar aandacht uit naar de bijzonderheden. Juist de combinatie van beeld en woord maakt dat binnenkijken meer werd dan binnengluren.
In de introducerende tekst die filosoof Coen Simon voor het boek schreef, stelt hij dat een zekere stijl van het interieur het ongehoorde een vanzelfsprekende en eigen plek geeft: ‘de KLM-vliegtuigstoel, het draaiorgel, de marmeren trap, het achttiende-eeuwse kostuum, en de talloze spinnenwebben, ze horen er allemaal. De compositie zorgt ervoor dat ‘bewoner en interieur in één beeld worden opgenomen, waardoor het zichtbare interieur samenvalt met het geestelijk interieur van de bewoner’, aldus Coen. Dat klopt allemaal. Desondanks kom ik in het boek minder dicht bij die bewoners dan destijds het geval was in de krant.
Op pagina 83 tref ik Stellan aan met zijn dochter Luna. In zijn woning heeft hij een metalen grot gecreëerd. Als luchtvaartjournalist kan ik de passie voor vliegtuigen begrijpen, maar wat zet iemand ertoe aan om een metalen grot in zijn huis te maken?
In NRC Handelsblad van 13 oktober 2017 vind ik het antwoord: ‘De reflectie van het licht, van jezelf. De reacties en gluurders die ik erdoor krijg. Ze houden me actief. Ik word er héél autonoom van.’ Die paar zinnen geven het beeld een extra dimensie waardoor het geheel tot meer verdieping aanzet. Maar pagina 82 vermeldt niets, met uitzondering dan van de namen en de woonplaats van Stellan en Luna.
Pagina 33 is gewijd aan René die een rijkelijk gedecoreerd huis bewoont, geïnspireerd op Franse kastelen uit de achttiende eeuw. In NRC Handelsblad van 6 mei 2017 lees ik dat René hiermee de hele wereld naar zich toehaalt, niet de bewoonde wereld, want bezoekers zijn met zo’n interieur lastig. ‘Die gaan op de stoelen zitten en met hun schoenen op het peperdure kleed staan.’
Niets van dit alles lees ik op de pagina ernaast,
in plaats daarvan een tekst over de televisie. En waarachtig, er is een tv aanwezig in het interieur van René, het apparaat staat zelfs aan. Toch mist de op zich zeer lezenswaardige tekst hier de aansluiting bij het beeld. Of het moet de bedoeling zijn geweest verwarring te scheppen.
Op pagina 24 en 25 maken we kennis met Gaston in zijn woning waar spinnen ongehinderd hun webben kunnen weven. En kijk, hier vormen foto en tekst een elkaar ondersteunend geheel: ‘Ik heb dit verlaten huis 34 jaar geleden gevonden, en het zo gelaten als ik het gevonden heb. Geen takje gebroken, geen mugje doodgeslagen, alles exact gelaten zoals ik het huis gevonden heb. Voor sommigen is dit een nachtmerrie, en voor sommigen is dit een hemelse situatie.’
De eerste foto in het boek – zoals u wellicht merkt behoor ik tot degenen die platenboeken van achter naar voren bekijken – laat het KLM-blauwe interieur van Rien zien. Ernaast een tekst waarin hij vertelt dat het blauw op de Surinaamse luchthaven toch weer anders is dan op Schiphol. Als ik hem een volgende keer spreek zal ik hem toch eens vragen of dat blauw ook weer anders is dan bij hem thuis.
Boek: Human Interior , Thijs Wolzak
Uitgave Lecturis, ISBN 9 789462 262898
Tentoonstelling Human Interior – Binnenkijken met Thijs Wolzak
Design Museum Den Bosch
13 oktober 2018 t/m 17 februari 2019
Dinsdag t/m Zondag 11.00 – 17.00 uur