Laat ik er maar gewoon mee op de proppen komen: ik was er nog nooit geweest. Terwijl het Nederlands Transport Museum voor mij toch heel wat dichterbij is dan bijvoorbeeld het Aviodrome, het DAF Museum, het Spoorwegmuseum en het Louwmuseum waar ik allemaal wél ben geweest.
Nu er werk van Thijs Postma is tentoongesteld moest het er dan eindelijk toch maar eens van komen. Zelfs zonder de fraaie pentekeningen en gouaches van Postma was dit kleine museum een bezoek meer dan waard. Vanwege het feest van herkenning en de aardige mensen die ik er sprak.
Het werk van Postma is mij al lang bekend. In mijn studententijd hing een poster van de gouache die hij ooit maakte van de PH-BUA in mijn kamer. De poster heb ik niet meer, hij was totaal vervet door de vele sigaretten en kaarsen die er in rook opgingen.
Kaarten van deze gouache en ander werk van Postma dat in het Nederlands Transport Museum te zien is, zijn te koop voor één euro. Aan de pentekeningen hangt een prijskaartje van honderd euro exclusief de lijst, de gouaches gaan van de hand voor gemiddeld zevenhonderd euro, eveneens exclusief de lijst.
Ik kan je verzekeren, het is moeilijk kiezen. Of het moet zo zijn dat je voor een bepaald vliegtuigtype gaat. Omdat de tentoonstelling aan 100 jaar KLM is gewijd, laat het zich raden dat het wel een type moet zijn waarmee KLM ooit vloog. Ieder type is geportretteerd in de sfeer van de tijd waarin het dienst deed. Is dat niet het geval dan zorgen dikwijls de prachtige luchten waarin de gedetailleerd weergegeven machines zijn afgebeeld voor een prachtig decor.
De verschillende posities waarin Postma vliegtuigen neerzet dragen bij aan een levendig geheel. Dat maakt het ook interessant meerdere werken bij elkaar te hangen wanneer daar de ruimte en het geld voor aanwezig zijn. Overigens is het ook mogelijk reproducties aan te schaffen. Bezoek daarvoor de website van Thijs Postma.
De vaste collectie van het Nederlands Transport Museum omvat een hoeveelheid transportmiddelen uit veelal lang vervlogen tijden. Op luchtvaartgebied bestaan de pronkstukken uit een Douglas DC-2, een Cessna AT17 Bobcat, een Noorduyn Norseman C64a en een Fouga Magistar CM170.
Van de in overvloed tentoongestelde fietsen is de Vélocipède het paradepaardje. Wat betreft de bromfietsen is dat voor mij zonder enige twijfel de Puch van het type MV50. In mijn tiener reed ik op dit type brommer. Of nee, toch niet. In mijn geval was het een heuse TomPuch: mijn scheurijzer had een Tomos-frame en een Puch-blok. Ik had hem niet alleen opgevoerd maar ook uitgedost met allerlei verfraaiingen en handigheidjes, zoals een verchroomd spatbord, gereedschapskastjes en een extra bagagedrager om lp’s op te vervoeren.
De eigenaresse van het tentoongestelde exemplaar, Olga Kat, blijkt aanwezig. Zij is niet alleen werkzaam als vrijwilligster bij het museum, zij is ook secretaresse van de PTCN, de Puch & Tomos Club Nederland. Thuis heeft ze nog enkele Puchs in voorraad. Geen van alle opgevoerd. ‘Daar is het frame niet tegen bestand’, zegt ze. Nu op steeds meer plekken milieuzones worden ingevoerd, kan ze er jammer genoeg steeds minder kanten mee op.
In een voormalige SRV-wagen liggen onder andere folders van de PTCN. Op de voorkant een gecompileerde afbeelding van Che Guevara op een Puch. Geen idee of hij ooit Puch gereden heeft, bekend is dat hij een achtduizend kilometer lange rondreis heeft gemaakt op een Norton 500cc.
In de SRV-wagen is verder van alles te koop. Stropdassen, Fokker-curiosa, kaarten, tijdschriften en boeken.
Klik hier voor meer informatie over het Nederlands Transport Museum.