En weer verdwijnt er een Boeing 747 uit de KLM-vloot.
Dit keer is het de beurt aan de PH-BFI City of Jakarta om de reis te maken naar haar final destination. Omdat het vakantietijd is zijn er veel uitzwaaiers. Bekende gezichten met her en der ook weer bekende kledingstukken: de rode muts, het blauwe jack, de gele shawl, het vliegerjack. De zwaarwichtige telelenzen op hun camerabody’s hebben iets weg van pedaalemmers.
De rode muts leunt met zijn kont tegen de motorkap van een donkerblauwe Volvo Station. Hij kijkt op zijn smartphone. ‘Ik krijg zojuist een bericht door dat het mistig is in Teruel’, zegt hij ‘Vertrek staat nu rond half twaalf.’
‘We hadden dus een uurtje langer in bed kunnen liggen’, reageert de gele shawl geeuwend.
‘Dan had je nu wel de BKA gemist!’, attendeert het vliegerjack de mannen op de enige jet die is versierd met een heel groot KLM-100-jaar-beeldmerk.
Camerageratel vergezelt het motorgeluid van de klimmende Dreamliner.
‘De BFI was versierd met het KLM-95-jaar-beeldmerk’, herinnert het blauwe jack zich.
‘De BFI was sowieso een feestbeest’, grinnikt de rode muts. ‘Zij kreeg als eerste de livery met de smalle blauwe band. En weet je nog van die crew die een dansje maakte op haar bovendek?’
‘De Jumbada’, lacht de gele shawl.
‘KLM nam het gebeuren hoog op, maar haar stuntteam kreeg bijval uit de hele wereld, als je De Telegraaf mag geloven’, zegt het vliegerjack. ‘Toevallig zag ik het bericht een week of wat geleden toen ik bij een maat was die ordners vol krantenknipsels heeft over het wel en wee binnen de luchtvaart.’
Een Airbus A321 kiest het luchtruim, in haar Joon-jas herinnert de machine aan de inmiddels failliete dochtermaatschappij van Air France.
‘Wat zijn die Airbussen toch lelijk’, meent het blauwe jack. ‘Doe mij maar Boeing.’
‘Ik snap dat eeuwige afgeven op Airbus niet. Ik ga voor onze Europese vliegtuigbouwer die uitstekende machines op de markt zet’, neemt de rode muts het op voor Boeings grote rivaal.
‘Boeings vliegen veel prettiger dan die busjes met hun fly-by-wire’, aldus het blauwe jack.
‘Maximale ellende met die MAX van ze. Ruim 340 doden met alle verdriet van dien. Het bedrijf is inmiddels vele miljarden kwijt aan de problemen met haar 737 MAX. En wat denk je van de toeleveranciers en de luchtvaartmaatschappijen? Man o man o man’, verzucht de rode muts. ‘Met de lancering van hun Starliner ging het trouwens ook mis. Die oliebol van een Muilenburg is inmiddels de laan uitgestuurd. Vergeleken met de zak geld die hij meekrijgt is het wachtgeld van Dijkhoff maar een habbekrats.’
‘Alsof die Neo heilig is met die Pruttel en Wil-niet-motoren’, meesmuilt het blauwe jack.
‘De stofzuigers van Rolls-Royce die onder de Dreamliners hangen hebben ook problemen gehad. En nu is er weer een dingetje met het brandblussysteem’, brengt de rode muts ertegenin. Gehaast grijpt hij naar zijn smartphone. ‘We staan hier verkeerd’, zegt hij na een blik op het schermpje. ‘Het wordt de 36L.’
‘Het zal me niet gebeuren dat ik de I mis’, reageert de gele shawl. ‘Voor de dag dat de G vertrok had ik een afspraak staan met mijn nichtje, we zouden naar de bioscoop. In de wachtrij volgde ik de aftocht op FlightRadar. De mensen wisten niet wat hen overkwam toen ik ineens naar buiten rende om toch nog even een glimp van haar op te vangen.’
‘In de I maakte ik mijn eerste 747-vlucht en in de G vooralsnog mijn laatste’, zegt het vliegerjack. ‘Op de KLM’s allerlaatste lijnvlucht met dit type wil ik toch echt aan boord zijn.’
‘Geloof het of niet, maar ik heb in verschillende 747’s gezeten die bewaard zijn gebleven. De PH-BUK die nu bij het Aviodrome staat, de PH-BFB bij het Corendonhotel, de D-ABYM bij het Technik Museum Speyer, de SX-OAB op de gesloten luchthaven Hellinikon en de N661US in het Delta Flight Museum’, vertelt de rode muts.
‘Had jij maar in een MD-11 in passagiersuitvoering gezeten’, lacht het blauwe jack terwijl hij zijn autosleutels uit zijn broekzak vist.
‘Helaas heeft het niet geholpen’, reageert de rode muts op een toon waarin enige spijt doorklinkt.
Eenmaal bij de Polderbaan treffen de mannen elkaar weer. ‘Ik kom jullie ook overal tegen’, begroet de man met de capuchon het gezelschap.
‘Nog wel’, zegt de gele shawl. ‘Als KLM haar laatste 747 heeft uitgefaseerd, houd ik het voor gezien.’ Kijkend naar zijn telelens in donkergroene camouflagekleuren voegt hij eraan toe: ‘Dan beperk ik me enkel tot vogelfotografie.’
Het blauwe jack slaat hem op zijn schouder. ‘We zullen je missen, gappie. Maar eh… al die speciale livery’s zijn toch leuk? Zelfs in geval van een Airbus!’
‘Er zit beweging in de BFI’, meldt de rode muts. ‘De veertiende alweer die eruit gaat, de zevende met Teruel als eindbestemming.’
‘En dus weer in vol ornaat’, zegt het vliegerjack. ‘In die 747-Farewell-groep op Facebook blijven ze daar maar vragen over stellen. Wanneer wel, wanneer niet.’
‘Ik heb die vraag al zo dikwijls beantwoord, ik ben er klaar mee’, verzucht het blauwe jack. Enigszins venijnig trapt hij een steentje weg.
‘Ik ben helemaal klaar met de onzin die je er leest’, bromt de gele shawl. ‘De Queen zus en de Queen zo. Toen ik er las dat de 747 scheel kijkt vond ik het welletjes.’ Hij wijst naar een vliegtuigstaart. ‘Daar komt ze.’
‘Dat is tenminste een vliegtuig’, meent het vliegerjack zodra de gedoodverfde Jumbojet helemaal in beeld komt. ‘Kijk eens hoe het zich onderscheidt van al die andere buizen.’
‘Ach, als ze maar groot zijn. Daarom vind ik de A340 toch mooi, ook al is het een Airbus’, geeft het blauwe jack te kennen.
‘Dat was nou juist de meest slechte machine die Airbus heeft gebouwd. Ze kwam los omdat de aarde rond is’, stelt de rode muts hoofdschuddend. ‘Surinam Airways heeft er vette pech mee gehad. Het leasecontract liep deze maand af en 19 december is ze afgevoerd naar Ciudad voor sloop.’
De man met de capuchon trekt zijn wenkbrauwen op. ‘Ciudad?’, vraagt hij.
‘Een Spaanse luchthaven in particuliere handen. De PZ-TCR is de eerste die er wordt ontmanteld. Vliegtuigslopen is tegenwoordig booming business’, antwoordt de rode muts.
Na een triple van Qatar is de beurt aan de BFI om het wijde luchtruim te kiezen.
Enkele seconden staat ze stil aan het begin van de startbaan, dan zwelt het geluid van haar motoren aan en komt de vaart erin. Nog even laat ze zien wat ze aan power in huis heeft, zonder lading heeft ze slechts een paar honderd meter nodig om los te komen. Snel klimt ze omhoog. Haar silhouet is nog lang te zien, zeker omdat ze als gevolg van haar start richting noord een fly-over maakt richting zuid.
‘Nu hebben we er nog maar acht’, constateert de man met de capuchon. ‘Waarom is de BFI eigenlijk naar een stad vernoemd die met een J begint? De BFA was vernoemd naar Atlanta, de BFB naar Bangkok, de BFC naar Calgary, de BFD naar Dubai.’
‘De BFE naar Melbourne, de BFU naar Beijing, de BFW naar Shanghai en de BFY naar Johannesburg’, stelt de rode muts er tegenover. ‘Ze hadden haar natuurlijk Istanboel kunnen noemen, maar daarop vliegt KLM niet met de 747.’
‘Incheon’, oppert het blauwe jack. ‘Maar we hebben de BFS Seoul al.’
‘Nog wel’, verzucht het vliegerjack. ‘Ik ga op huis aan. In maart zien we elkaar wel weer als de BFH de klos is.’
Ook de rode muts maakt aanstalten te vertrekken. De man met de capuchon, het vliegerjack en de gele shawl gaan nog even naar de Mac voor een bakkie.
Voor de BFI is haar enkele reis Teruel maar een kort vluchtje. Voordat ze haar allerlaatste landing ooit maakt, geeft de bemanning haar nog een ererondje boven de plek waar haar einde wacht. Uitgerekend op dat moment is nummer 1303 van de Top 2000 2019 te horen: Vluchten kan niet meer.
Kopfoto: Rego Meijer